x € 1.000 | |||||||
Omschrijving | Rekening 2018 | Begroting 2019 | Begroting 2020 | Begroting 2021 | Begroting 2022 | Begroting 2023 | |
Baten | |||||||
18-1-2-1 | Aanvullende zorg Jeugd | 1.250 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 1.250 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Lasten | |||||||
18-1-2-1 | Aanvullende zorg Jeugd | 48.412 | 51.443 | 51.831 | 51.126 | 51.123 | 51.122 |
Totaal lasten | 48.412 | 51.443 | 51.831 | 51.126 | 51.123 | 51.122 | |
Saldo baten en lasten | -47.162 | -51.443 | -51.831 | -51.126 | -51.123 | -51.122 | |
Mutaties reserves | |||||||
Toevoeging reserves | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Onttrekking reserves | 0 | 789 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Geraamd resultaat | -47.162 | -50.654 | -51.831 | -51.126 | -51.123 | -51.122 |
Financiële toelichting
Hieronder lichten wij de financiële ontwikkelingen per doelstelling toe.
Aanvullende zorg Jeugd
Vanaf de begroting 2020 werken we met een andere begrotingsindeling. Hierbij is ook de onderliggende administratieve structuur aangesloten op de inkoop voor aanvullende zorg in 2020. Hierdoor zijn de begrotingsbedragen voor 2020 niet zichtbaar in bovenstaande tabel.
Onder de doelstelling Aanvullende zorg vallen de regionaal ingekochte aanvullende zorg voor jeugd, de bovenregionaal ingekochte zorg voor jeugd, landelijk ingekochte jeugdzorg, dyslexie, PGB en kleinere overige zorgvormen.
Ten opzichte van de budgetten die hier in 2019 voor beschikbaar waren zijn er twee grote wijzigingen. In 2019 waren twee jaarschijven van het transformatiefonds beschikbaar, hierdoor was de lastenbegroting 0,789 miljoen euro hoger. In 2019 hebben we daarnaast bij de Voorjaarsnota aangegeven een lager tekort te verwachten, waardoor 2 miljoen euro is teruggevloeid naar de algemene middelen. Per saldo leidt dit in 2020 tot een budget van 51,831 miljoen euro in 2020 dit is 1,177 miljoen euro hoger dan in 2019.
In de meicirculaire 2019 heeft het rijk incidenteel extra middelen voor Jeugdzorg beschikbaar gesteld voor de jaren 2019, 2020 en 2021. Landelijk gaat het in totaal om 1 miljard euro. De effecten hiervan voor Utrecht zijn nog niet meegenomen in bovenstaande tabel.
Voor de jaren 2020 en 2021 komt hierdoor 6 miljoen euro extra beschikbaar voor Utrecht. In de meicirculaire is daarnaast de loon- en prijsindexatie voor 2019 structureel toegevoegd, is het budget voor zorg aan kinderen in voogdij en 18-plussers geactualiseerd en zijn enkele kleinere wijzigingen doorgevoerd. In totaal wordt het budget 2020 hiermee 9,860 miljoen hoger dan in de tabel nu is opgenomen en voor 2021 betreft dit 9,942 miljoen euro. In prognoses was al rekening gehouden met loon- en prijsindexatie voor een bedrag van 1,5 miljoen euro.
In de besluitvorming rond deze begroting stellen we u voor in 2020 en 2021 4 miljoen terug te laten vloeien naar de algemene middelen. Dit is het bedrag dat bij de Voorjaarsnota 2018 structureel is toegevoegd om de niet gecompenseerde volumegroei te dekken. De overige niet voorziene middelen zetten we in om de transformatie naar het gewenste zorglandschap, inclusief sociale basis, te versnellen, te verstevigen en te verankeren.
Verbonden Partijen
Niet van toepassing.